Onderzoek

Waarom onderzoek?

Als er vragen zijn over de ontwikkeling of het gedrag van het kind die niet (alleen) beantwoord kunnen worden door de therapeut, kan er psychodiagnostisch onderzoek gedaan worden. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de orthopedagoog of kinder- en jeugdpsycholoog. Dit kan aan de start van een traject bij Kindertherapie Brabant zijn, maar ook in de loop van het traject. Het doel van een onderzoek is om meer inzicht te krijgen in het kind en duidelijk te krijgen wat hij of zij nodig heeft. Veel kinderen en jongeren vinden het prettig om zichzélf door het onderzoek beter te gaan begrijpen.

Wat wordt er onderzocht?

Een onderzoek kan zich op één ontwikkelingsgebied richten, zoals een intelligentieonderzoek of een screening naar de prikkelverwerking. Maar meestal zijn er meerdere vragen en is er een breed onderzoek nodig om die vragen te beantwoorden. Dit houdt in dat er naar het totaalplaatje wordt gekeken: hoe ontwikkelt dit kind zich op de verschillende ontwikkelingsgebieden (cognitief, sociaal, emotioneel, lichamelijk)? Hoe verlopen de interacties thuis en op school? Wat heeft dit kind meegemaakt?
Omdat elke hulpvraag anders is, is elk onderzoek ook anders. Voor het onderzoek gaat starten wordt er goed met elkaar besproken wat de vragen precies zijn en hoe het onderzoek eruit gaat zien.

Waaruit bestaat het onderzoek?

Een onderzoek kan bestaan uit verschillende onderdelen:

  • Gesprekken met de ouder(s)/verzorger(s), de leerkracht en het kind zelf
  • Vragenlijsten voor de ouder(s)/verzorger(s), de leerkracht en het kind zelf
  • Tests waarbij het kind taken aangeboden krijgt op papier, op de tablet of de laptop
  • Schoolobservatie of observatie bij de (psychomotorische) therapie
  • Observatie van het kind tijdens het onderzoek
  • Afstemming met andere belangrijke mensen en partijen

Uitkomst onderzoek

Met de informatie uit al deze onderdelen gaat de onderzoeker “puzzelen”: alle losse stukjes worden met elkaar verbonden zodat er een totaalbeeld ontstaat. Dit totaalbeeld wordt uitgebreid besproken met de ouder(s)/verzorger(s) en als dat passend is ook met het kind. Tijdens dat gesprek ontstaat er een gezamenlijk plaatje van wat er aan de hand is en maken we samen de volgende stap: hoe nu verder? Uit het onderzoek komen altijd tips voor het dagelijks leven (handelingsadviezen). Als er meer nodig is dan wordt er een advies voor begeleiding of behandeling gegeven.

Wanneer het helpend is voor het proces van het kind dan kan er een DSM-classificatie worden gegeven zoals ADHD, een autismespectrumstoornis of een angststoornis. Hier wordt uitleg over gegeven aan de ouder(s)/verzorger(s) en (vanaf een bepaalde leeftijd) aan het kind.
Van het onderzoek wordt er een uitgebreid verslag gemaakt. Als ouder(s)/verzorger(s) en school dat wensen dan kan er ook een gesprek met school plaatsvinden om de resultaten en adviezen toe te lichten.